Solliciteren: wat ik eruit leerde

1d45f517e4c29b27ec2fde5bf9eac359

De voorbije maanden waren voor mij best zwaar. Dat komt omdat ik een hele tijd tegen wil en dank thuis heb gezeten. Mensen vragen mij soms waarom ik in tussentijd niet ben gaan werken om iets bij te verdienen en wat ervaring op te doen.

Ergens heb ik de hele tijd het gevoel gehad dat ik het statuut van werkloze niet lang zou hoeven dragen. Ik studeerde af met het gevoel dat ik een stevige basis had om mee op de arbeidsmarkt te komen en met veel enthousiasme om mee te dingen naar al die leuke jobs die er ongetwijfeld in overvloed zouden zijn. Omdat ik absoluut geen realistisch beeld had van de arbeidsmarkt, laat staan van mijn waarde erin, maakte ik mezelf in het begin wijs dat ik mijn agenda het best wagenwijd open hield voor alle leuke vacatures die ik tegenkwam.

8e7e2305b18a215db025c5dbdcc7a8ed

In werkelijkheid gebeurde er teleurstellend weinig: ik kreeg wel telefoons van interimkantoren met enkele voor mij oneerbare voorstellen en hoorde mezelf wel tien keer zeggen “Neen, ik wil niet in een callcenter werken”. Verder wachtte ik geduldig op de vacatures waarbij ik watertandde als ik de functiebeschrijving las en niet kon wachten om er als nieuweling met veel goeie moed (en mijn brooddoos) binnen te stappen.

Maar wat ik toen nog niet besefte, was dat er tientallen, zo niet honderden meisjes, vrouwen en mannen waren, met waanzinnig veel talent en bakken ervaring en meer zelfvertrouwen dan ik in mijn eentje kon opbrengen. Dat zij net hetzelfde dachten als ik en als pitbulls hun tanden in die droomjob wilden zetten.

Je raadt het al: ik viel telkens weer opnieuw uit de boot. Ik spendeerde uren aan netjes opgestelde brieven waaruit mijn vurig enthousiasme moest spreken en die waarschijnlijk nooit gelezen werden. En evenveel tijd bracht ik door in die bovenkamer van me waar ik me afvroeg hoe het zou zijn om bij mijn uitverkozen bedrijf te werken. Al die energie ging evenwel verloren want ik belandde steevast op de ‘nee’-stapel en mijn liefdesbrieven werden slechts beantwoord met een onverschillige standaardmail. Iets in de trant van “we kregen veel belangstelling voor deze vacature” en “andere kandidaten voldeden beter aan de criteria die in de vacature vermeld werden”.

f4e53735a8360e1614dac5105549b69d

Na een tijdje begon ik wat losbandiger te worden: ik gooide de monogamie overboord en besloot om op meerdere paarden te wedden. Ik solliciteerde in het wilde weg, tot groot genoegen van de VDAB, en ging daarbij zelfs in op functies die me werkelijk geen zier interesseerden.

En jawel, ditmaal had ik prijs, zij het dat ik enkel van de onderste rij mocht kiezen. Zo werd ik eens, op een onbewaakt moment, opgebeld door een HR-dienst terwijl ik absoluut geen idee had over welke vacature het ging. Ik bespaar je de details, maar je kan al raden hoe goed dat sollicitatiegesprek ging. Ook ging ik eens solliciteren voor een zwaar onderbetaalde functie omdat ik tot dan toe nog amper uitgenodigd was voor een gesprek en mijn gesprekstechnieken toch wat wilde inoefenen. Tot mijn grote verbazing vonden ze mij de meest geschikte kandidaat, terwijl ik niet snel genoeg een excuus kon verzinnen om er niet te hoeven starten.

Toen ik merkte dat ik niet blij was met een nieuwe uitnodiging voor een gesprek, besefte ik dat ik het over een andere boeg moest gooien. Na enkele maanden vruchteloos proberen, had ik het geluk dat ik mocht aansluiten bij een cursus van Randstad, georganiseerd door de VDAB. Met lichte tegenzin en een nog grotere scepsis ging ik ernaartoe, nog niet wetende dat het me ontzettend veel deugd zou doen om me met ‘soortgenoten’ te omringen. Ik kreeg er bovendien niet alleen veel tips om beter te solliciteren, ik werd er vooral uit mijn comfortzone getrokken. Uit de eenzaamheid van mijn huis om van dat solliciteren voor heel even een collectief gebeuren te maken.

d0c91bccddbaffee2632f24baeb8c4ad

Nu, met het vooruitzicht op een nieuwe functie en nieuwe uitdagingen, heb ik wat meer ruimte in mijn hoofd om de voorbije maanden kritisch te overschouwen. Ook ik stel mezelf soms, en niet geheel zonder schuldgevoel, de vraag waarom ik zo lang ben blijven wachten op die ene perfecte job. Hoewel ik er best enkele redenen voor zou kunnen opsommen, is het enige eerlijke antwoord op die vraag: ik was bang. Of beter nog: ik ben bang geworden.

Van alle heroïsche of romantische gevoelens die de menselijke ziel herbergt is angst wel de meest onpopulaire. En toch zijn we allemaal, al dan niet bewust, het merendeel van de tijd wel bang voor iets. Bang om te falen, bang om niet genoeg te zijn, bang om verlaten te worden, bang om gedesillusioneerd te zijn, bang om dit leven niet ten volle benut te hebben, bang om dood te gaan en bang voor al die kleine dingen in het leven die zich ophopen, de weg versperren en even allemaal onoverkomelijk lijken. Bang voor wat er aan het einde van de comfort zone ligt.

Als alle registers openliggen, de toekomst een leeg canvas is met in theorie veel mogelijkheden, in de praktijk vooral veel obstakels dan zijn er twee manieren om ermee om te gaan. Of je trekt er als een ware avonturier op uit en toont aan iedereen die je tegenkomt trots je littekens, voorzien van sappige anekdotes. Of je trekt je, na ettelijke afwijzingen en hindernissen, terug in je nest om je wonden te likken. Ik was, tot mijn eigen verbazing, de voorbije maanden lid van die laatste groep. Ik voelde me nog niet klaar om te lachen met mijn stommiteiten en kromp telkens weer ineen bij de vragen “wat doe je nu juist?”, “en, al werk gevonden?”. Gaandeweg begon ik te twijfelen aan mijn capaciteiten, aan wat ik kon, wat ik wou. Zodat alles dreigend en moeilijk leek en nieuw, en ver weg, en haast onoverkomelijk.

643cf375f4be28eeccdb0a7907d0b723

Ik vertel je dit alles omdat ik geloof dat er ook schoonheid en zelfs kracht schuilt in kwetsbaarheid. En omdat ik het jammer vind dat we met succesverhalen om onze oren geslagen worden, terwijl de beproevingen die erachter schuilgingen maar al te vaak onderbelicht blijven. Want eens je succesvol bent, of toch op z’n minst een beetje je draai gevonden hebt, is het gemakkelijk om uit te pakken met je verdiensten en je mislukkingen wat in de lommerte te laten.

Dat geeft een vertekend beeld: haast iedereen die ik ken heeft wel eens een moeilijke periode waarin die de draad kwijt is, zich laat leiden door angst of verkeerde veronderstellingen. Als we allemaal wat openhartiger zouden zijn over onze mislukkingen en angsten, dan zouden we elkaar wat meer kunnen steunen en geruststellen. Minder naar onze angsten luisteren en onze passies meer speelruimte geven.


Wat vind/vond jij het moeilijkste aan solliciteren?

 

 

1 thoughts on “Solliciteren: wat ik eruit leerde

Plaats een reactie